Aude (Languedoc-Roussillon)
Aan de voet van de Pyreneeën ligt het departement Aude in de regio Languedoc-Roussillon. Een regio die bekendstaat om prachtige natuur, heerlijke wijn en de geschiedenis van de Katharen. Deze regio in het zuiden van Frankrijk is over het algemeen een zeer zonnige regio. Onze route laat je kennismaken met deze prachtige streek. We vertrekken in Narbonne aan de Middellandse Zee en trekken het binnenland in via kronkelige wegen en langs mooie wijngaarden. Daarna rijden we richting Pyreneeën, waar we de belangrijkste plekken en burchten van de Katharen bezoeken. Hoog gebouwd op duizelingwekkende rotsen zijn de kastelen Peyrepertuse en Quéribus. Deze tocht is niet alleen een interessante duik in de geschiedenis, maar ook een behoorlijk sportieve aangelegenheid. Wie mooie uitzichten wil, moet er een stevige klim voor over hebben. Naast kastelen bezoeken we ook talloze kleine dorpjes en genieten we van lange wandelingen door de prachtige, bergachtige natuur.
Totale afstand van de route: 342 km
Narbonne
We starten onze roadtrip in een van de oudste steden van Frankrijk. Narbonne is de eerste nederzetting die de Romeinen buiten Italië hebben gesticht, toen Colonia Narbo Martius genoemd. Narbonne is vandaag de dag een gezellig stadje dicht bij de Middellandse Zee. Het historisch centrum is perfect al wandelend te verkennen. De Cathédrale Saint-Just et Saint-Pasteur is gewijd aan de gelijknamige martelaren. In de 13e eeuw begon men aan de bouw van de grootse kathedraal, maar het bouwwerk werd nooit volledig afgewerkt. De uitbraak van de pest was zeker een van de redenen. Desondanks is de kathedraal zeker een bezoekje waard. Op hetzelfde plein als de kathedraal vind je ook het paleis van de Aartsbisschop. Het Canal de la Robine is een van de mooiste plekken in Narbonne. Als zijtak van het Canal du Midi verbindt het Narbonne met de Middellandse Zee. Wandel of fiets langs de zonnige kades met oude panden. Les Halles de Narbonne zijn al meer dan 100 jaar een begrip en behoren tot de mooiste markthallen van Frankrijk. Je kan hier elke dag terecht voor verse groenten en fruit, verse vis, streekproducten en zoveel meer. Ideaal dus om voorraad in te slaan voor de rest van de tocht.
Spendeer zeker ook wat tijd aan de kust. Vlakbij Narbonne ligt het vissersstadje Gruissan. Gruissan Plage, het oude centrum van de stad, herken je aan de uitgestrekte stranden en de vele restaurants. De stranden behoren tot het Parc Régional de la Narbonnaise en Méditerranée. In dit natuurgebied kun je een gevarieerd landschap verwachten: lagunes, zandstranden, wijngaarden en het rotsachtige massief van La Clape wachten om verkend te worden.
Van Narbonne naar Lastours
De regio Aude staat bekend vanwege de Katharen, een christelijke beweging uit de 12e en 13e eeuw. De gemeenschap bevond zich voornamelijk in Occitanië en streefde naar een zuiver geloof. Dit zorgde voor conflict met de Roomse kerk en leidde uiteindelijk tot een kruistocht en de vervolging van de Katharen. Op deze roadtrip kun je niet omheen hun verleden. In het dorp Minerve vond het eerste grote bloedbad plaats. Meer dan 180 katharen werden terechtgesteld op het plein voor het gemeentehuis. Ondanks deze zware geschiedenis is Minerve een prachtig dorp. Gelegen op de plek waar de rivieren de Cesse en de Briant samenkomen en omringd door een rotsachtige omgeving, behoort Minerve terecht tot een van de mooiste dorpen in Frankrijk. Opgelet, Minerve is niet toegankelijk voor auto’s, je kan terecht op de grote parking voor de stad. In de omgeving vind je ook de Gorges du Brian.
Via de dorpen Rieux-Minervois en Villeneuve-Minervois volgen we de D111 tot in Lastours. Lastours heeft vier middeleeuwse torens/kastelen die vroegen Château Lastours vormden. De torens kijken trots uit over de vallei van Orbiel. Vanaf de uitzichttoren Montfermier heb je het mooiste uitzicht over de overblijfselen van Château Lastours. Je kan de ruïnes bereiken vanuit Lastours via de grote parkeerplaats aan de rand van het dorp. Van daaruit vertrekt de steile wandeling naar de eerste toren. Tip: draag goede wandelschoenen!
Van Lastours naar Montolieu
Vanuit Lastours rijden we via Mas-Cabardès naar Montolieu. Onderweg kun je even halt houden aan Le Moulin à Papier de Brousses. Montolieu is het hart van de wijnstreek Cabardès en ligt hoog op een rotspunt. Het versterkte dorp strekt zich uit over de rotsachtige klif tussen de steile valleien van de Dure en de Alzeau. Montolieu leefde lange tijd van de wol- en linnennijverheid, maar staat nu bekend als ‘Village du livre’. En die naam heeft het dorp niet onterecht te danken aan de twintigtal gevestigde boekenwinkels en boekbinders. Naast Franstalige boeken kun je er ook terecht voor Engelse, Duitse, Spaanse en zelfs Nederlandse literatuur. Wandel zeker ook eens door de galerij met tweedehandsboeken. Al wandelend van boekenwinkel naar boekenwinkel ontdek je de oude straten van het dorp. In het Conservatoire des métiers du livre, ofwel het Michel Braibant Museum, kom je alles te weten over de geschiedenis van het boek. Wie zin heeft kan er ook een workshop boekbinden of kalligrafie volgen. Naast boeken zal ook de 14e eeuwse l’église Saint André je niet ontgaan. De kerk heeft een indrukwekkende klokkentoren van wel 38 meter hoog. Niet ver buiten Montolieu ligt l’Abbaye de Villelongue, een voormalige cisterciënzer abdij, mooi gelegen aan de oever van de rivier, verscholen tussen honderd jaar oude bomen.
Carcassonne
Carcassonne, een van de meest bezochte plekken in Frankrijk is een eeuwenoude vestingstad waar zowel de Aude als Canal du Midi doorheen stromen. Carcassonne staat sinds 1997 op de werelderfgoedlijst van Unesco. Er zijn twee opvallende delen in de stad. De middeleeuwse Cité wordt met de benedenstad verbonden via twee bruggen over de Aude: de Pont Vieux en de Pont Marengo. Carcassonne werd gesticht als grote versterkte handelsnederzetting in de 8e eeuw voor Christus en kreeg de naam Carsac. Enkele eeuwen later en enkele kilometers verder bouwden de Romeinen de stad Carcaso. Deze nederzetting groeide uit tot een belangrijke stad. Na de kruistocht tegen de Katharen (1229) werd de stad officieel van Frankrijk. Zeker de middeleeuwse Cité spreekt tot ieders verbeelding. De stadswallen doemen al van ver op. Zeker in het hoogseizoen is Carcassonne een druk bezochte trekpleister. De Cité bevat het kasteel van Château Comtal, 4 stadspoorten, de basiliek van St. Nazaire, 3 km lange dubbele stadswallen en 52 torens. Neem dus zeker voldoende tijd om dit alles te bezichtigen en laat je overwelmen door de middeleeuwse pracht. Maar, ook de Bastide of Ville-Basse, het lager gelegen deel van de stad is een bezoekje waard. Het is het administratieve en commerciële hart van de stad. Je kan er lekker eten en drinken en langs de fontein van Neptunus, de kathedraal van Saint-Michel en de kerk van Saint-Vincent wandelen.
Van Carcassonne naar Rennes-le-Château
Na Carcassonne rijden we zuidwaarts naar Limoux, de stad die bekend staat om de traditioneel bereide wijn ‘blanquette’. Jaarlijks wordt er ook een Carnavalsfeest georganiseerd. Uit verschillende bronnen blijkt dat de omgeving rond Limoux al sinds de prehistorie bewoond werd. Vanwege de goede ligging groeide Limoux al snel uit tot een gezellige handelsstad. Je kan er even halt houden en de Pont-Neuf de Limoux bewonderen, of de overblijfselen van verschillende verdedigingswerken uit de 14e eeuw bekijken. Ook de basiliek Notre-Dame de Marceille is zeker de moeite waard om te bezoeken. In de buurt van Limoux zijn er talloze leuke dorpjes waar je kort kunt stoppen. Het ringdorp Loupia is er een van. Vanuit Limoux rijden we via Alet-les-Bains - het dorp met de prachtige romaanse abdij - naar het mysterieuze Rennes-le-Château. Dit plaatsje heeft maar een 100-tal inwoners, maar is wereldberoemd geworden vanwege de legende van de Heilige Graal. Je zou het nu niet meer zeggen, maar in 1062 was Rennes-le-Château zeer machtig. Ht was een stad met wel 30.000 inwoners. Dit alles raakte echter zo in verval dat er van de stad bijna niks meer overbleef. In de 19e eeuw voerde priester Bérenger Saunière enorme herstellingswerken uit aan de kerk, maar niemand weet waar hij het geld hiervoor vandaan haalde. Het verhaal wil dat de priester de Heilige Graal, een schat van de katharen, in de restanten van de kerk had gevonden. Maar, dit alles blijft een waar mysterie. Het dorpje verscheen om die reden in verschillende historische thrillers als De Da Vinci Code (Dan Brown) en Het Verloren Labyrint (Kate Mosse).
Van Rennes-le-Château naar Puilaurens
Vanaf Rennes-le-Château rijden we dieper de Pyreneeën in en begint onze tocht langs de kastelen en burchten van de Katharen. Eerste halte: het kasteel van Puivert. Puivert werd tijdens de kruistocht tegen de katharen aangevallen, maar behoort niet tot de meest indrukwekkende burchten. Van alle kasteelgebouwen uit de eerste helft van de 14e eeuw in de regio is Puivert wel een van de best bewaarde. Het kasteel straalt een soort sereniteit uit. De grote donjon is nog volledig intact en binnen vind je er vier prachtige zalen waaronder de ‘salle des Musiciens’. Deze zaal is versierd met acht beeldhouwwerken van muzikanten, vandaar de naam. Na Puivert rijden we verder naar Quillan, een leuke plek met een heel gezellige binnenstad met op het centrale plein enkele restaurantjes. In Quillan kun je heel mooie wandelingen maken door de bergen. We volgen de Aude verder tot in Axat, een populaire plek voor sportliefhebbers: raften, kajakken, abseilen, canyoningen, mountainbiken of wandelen, het is er de ideale plek voor. Het volgende kasteel op de route is dat van Puilaurens, een van de belangrijkste plaatsen uit de geschiedenis van het katharisme. Puilaurens ligt hoog bovenop een rots, gebouwd in de 11e eeuw. Na de val van Montségur zochten heel wat katharen hier hun toevlucht. Bij een bezoek mag je je verwachten aan een stevige klim, vergeet dus niet om goede schoenen te dragen. Indrukwekkend zijn zeker de buitenmuren die de tand des tijds verbazend goed doorstaan hebben. Ook het uitzicht is er prachtig.
Van Puilaurens naar Cucugnan
Volg de D117 naar Maury om dan af te slaan naar het Kasteel van Quéribus. Ook Quéribus was na de val van Montségur een toevluchtsoord voor de katharen, in de hoop er bescherming te vinden tegen de kruisvaarders. Legende wil dat de katharen de Heilige Graal vanuit Montségur meesmokkelden naar Quéribus. Van het kasteel is er niet zo heel veel meer over. Vanop de ruïne heb je echter nog steeds een indrukwekkend uitzicht over de Pyreneeën. Het laatste katharenkasteel op onze route is tevens ook het grootste: Peyrepertuse ligt hoog op een rots van wel 300 meter lang. Het totale oppervlak van Peyrepertuse is iets meer dan een hectare. De lager gelegen omwalling bevat de resten van het primitieve kasteel dat dateert uit de 12e eeuw. Het hoger gelegen deel dateert van een eeuw later. Nadat de burcht in Franse handen viel werd het nog verder uitgebreid. Ondanks de vele Frans-Spaanse conflicten werd Peyrepertuse nooit aangevallen of veroverd. Het kasteel verloor zijn strategische waarde en raakte daardoor in verval. Aan de voet van de heuvel is er een grote parkeerplaats voorzien. De klim naar het kasteel duurt zo’n twintig minuten, maar is het absoluut waard want het uitzicht vanop de rots is adembenemend mooi. Je kan er dus wel enkele uren spenderen.
Van Cucugnan naar Lagrasse
Tussen Quéribus en Peyrepertuse ligt Cucugnan, een pittoresk dorpje met een 100-tal inwoners. Cucugnan is een echt wijndorp, omgeven door de wijngaarden van de Corbières. In de kerk vind je het opvallende beeld van de zwangere maagd Maria. Misschien doet de naam ‘Cucugnan’ een belletje rinkelen. De Franse schrijver Alphonse Daudet schreef namelijk in zijn verhalenbundel “Lettres de mon moulin” over “Le curé de Cucugnan”, wat je terug katapulteert naar de Franse les op school. Pastoor Martin lokt de inwoners van Cucugnan met een “donderpreek” terug naar zijn kerk. Met als resultaat dat Cucugnan het meest godvruchtige dorp van Frankrijk wordt. Het is een levendig dorpje met heel wat goede eetgelegenheden en enkele caves waar je diverse wijnen kunt proeven. Een fijne afwisseling na de kastelen. Onderweg naar Lagrasse kun je nog stoppen aan het kasteel van Aguilar, naar Villerouge-Termenès en het kasteel van Terme. Kuier zeker even rond in Lagrasse. Wandel er over de oude brug over de Orbieu, bezoek de markthal of de benedictijnerabdij Sainte-Marie l’Orbieu. Lagrasse staat al meer dan tien jaar bekend als een van de mooiste dorpjes in het departement Aude. De abdij van Sainte-Marie l’Orbieu werd vermoedelijk opgericht rond het jaar 778 en groeide snel uit tot een van de belangrijkste abdijen in het zuiden van Frankrijk.
Van Lagrasse naar Abbaye de Fontfroide
Onze laatste stop is de Abbaye de Fontfroide, een voormalige cisterciënzer abdij gelegen dicht bij Narbonne in het dal van de Corbières. Deze idyllische abdij is volledig omringd door cipressen waardoor je je een beetje in Toscane waant. Als bezoeker word je rondgeleid door alle bijzonder plekken van de abdij, onder andere door de slaapzaal van de lekenbroeders en de kloostertuin. Liever geen begeleid bezoek? Je kan de abdij ook zelfstandig verkennen. De kloostertuin is zeker een aanrader! De abdij dateert van 1093 en maakte een ongekende periode van bloei door in de 13e eeuw.
Wens je nog wat natuur te bezoeken voordat je richting huis gaat? Dan kun je nog verder rijden naar Parc Naturel Régional de Narbonnaise en Méditerranée. Dit 80.000 hectare grote regionaal park bestaat uit een zeer gevarieerd landschap. Het is een groot stuk ongerept bewaard gebleven natuur. Van lagunes en zandstranden aan de Middellandse Zee tot wijngaarden en struikgewassen van Corbières of het rotsachtige massief La Clape. Een mooie afsluiter van een mooie roadtrip doorheen Departement Aude.
Krijg je maar niet genoeg van de Pyreneeën? Bekijk dan zeker onze roadtrip door de Franse Pyreneeën.