Champagne-Ardenne
De regio Champagne-Ardenne is de poort naar Oost-Frankrijk en staat bekend om het prestigieuze elixer waarvan de Franse koningen nipten en waarvan de bubbels voor George Sand bijdroegen tot een gevoel van verrukking. Juist, Champagne. Het lijkt niet voor te stellen dat de benedictijn Dom Pérignon wist wat de invloed was van zijn revolutionaire methode voor het maken van wijn. De bubbels veroverden restaurants over de hele wereld en schitterden op menig feest. De Champagnestreek is echter niet alleen bekend om Champagne. De Franse Ardennen hebben heel wat invasies en oorlogen moeten doorstaan, van de Romeinen tot de Wereldoorlogen.
Deze roadtrip brengt je langs uitgestrekte wouden en langs schitterende wateren zoals de Maas en Lac du Der, waar jaarlijks de kraanvogels neerstrijken op weg naar het zuiden. Ook de machtige steden Reims en Troyes kunnen op onze tocht niet ontbreken.
Totale afstand van de route: 721 km
Rocroi - Monthermé
We starten onze roadtrip dicht bij de Belgische grens in de Franse Ardennen. De rode draad hier is de rivier de Maas die zich door de vele bossen slingert. Rocroi is een door Vauban versterkt stadje en ligt te midden van de rièzes - de moerassen. Opvallend aan Rocroi is de stervormige vesting rond de stad. De Franse Ardennen werden nogal vaak getroffen door invallen, vandaar de vele vestingen. In het museum in Rocroi leer je alles over de slag van 1643 tegen de Spanjaarden. Leuke dorpen in de omgeving zijn ongetwijfeld Revin, Haybes, Fumay en Givet, waar je het fort kunt bezichtigen dat Karel V liet bouwen. Let tijdens het rijden ook zeker op de overblijfselen van grote Romeinse verdedigingswerken.
Monthermé ligt in een bocht van de Maas en staat bekend om haar prachtige landschappen en uitzichten. Zeker Roche à Sept Heures biedt een heel mooi zicht op de stad en omliggende natuur. Wandel zeker ook naar Roc-la-Tour, de enorme rotsblokken doen denken aan een kasteelruïne, maar zijn het niet. De legende gaat dat de rotsblokken getuigen van een onvoltooide constructie die gesaboteerd werd niemand minder dan de duivel zelf. Monthermé heeft een gezellig haventje en ook l’Abbaye de Laval Dieu is een bezoekje waard. Een beetje buiten de stad ligt Château-Regnault en le Monument des Quatre Fils Aymon, een ode aan een van de bekendste legenden van de Ardennen: de Vier Heemskinderen.
Monthermé - Sedan
Vanuit Monthermé rijden we naar Charleville-Mézières. De stad is in volle groei en ligt tussen de meanders van de Maas. Place Ducale, het bekendste plein van de stad, lijkt sterk op Place des Vosges in Parijs en dat is niet verwonderlijk. De architecten van de respectievelijke pleinen waren broers. Rond Place Ducale liggen tal van winkelstraten. Werp zeker een blik op de Notre-Dame-d’Espérance en bewonder de eigentijds glas-in-lood-ramen. De stad richtte Musée Rimbaud op dat ondergebracht is in een oude molen tegenover het huis van de beroemde dichter. Onze laatste stopplaats in de Franse Ardennen is Sedan, de stad met de grootste vesting van Europa. De burcht is opgetrokken op een rotsige uitloper omgeven door de rivieren de Bièvre en de Vra. Het kasteel was 500 jaar lang een strategische plek tussen Frankrijk en het Heilig Roomse Rijk. Er werd voortdurend verder gebouwd aan de vesting, zonder daarbij oudere stukken te slopen. De burcht groeide uit tot een oppervlakte van 35.000 m² verdeeld over 7 niveaus. De architectuur van het oude centrum van Sedan is gekenmerkt door de lakenindustrie die heel belangrijk was voor de stad.
Reims
Na Sedan rijden we rechtstreeks naar Reims en betreden we echt de Champagnestreek. Voordat we de wijnkelders induiken, brengen we een bezoek aan de prachtige stad. Reims staat bekend om de weelderige kathedraal, tevens een van de grootste van Frankrijk. Reeds in de 3e eeuw had Reims een bisschop. Clovis liet zich dopen in de kathedraal rond het jaar 500 en werd zo de eerste christelijke koning der Franken. Sindsdien werd Reims een kroningsstad en bleef dat tot 1825. Palais du Tau of Palais des Archevêques werd in de middeleeuwen speciaal gebouwd om er het hof te ontvangen ter gelegenheid van een kroning. Doorheen de tijd werd het paleis verschillende keren gerestaureerd en herbouwd naar de stijl van die tijd. Nu biedt het paleis plaats aan de kerkschat en enkele originele beelden van de kathedraal. Tip: het roosvenster in de kathedraal is op zijn mooist tegen het einde van de middag omdat het licht dan perfect zit. Verder kun je in Reims ook de Basilique St-Rémy en het gelijknamige klooster bezoeken. Ook Villa Demoiselle van Louis Sorel is een aanrader. In dit meesterwerk op de grens van jugenstil en art deco toont de villa de meer wereldse genoegens. De ontvangstruimte telt maar liefst 3000 reproducties van champagneflessen!
Massief van Saint-Thierry
Na Reims wordt het tijd om de omgeving te verkennen. De weg door het Massief van Saint-Thierry wordt afgewisseld door wijngaarden, bossen en kleine dorpjes die nauw verbonden zijn met de kroningen van de Franse koningen. De omgeving biedt talloze wijnkelders en huizen met het label ‘Vignobles & Découvertes’, die tijdens een degustatie de geheimen van hun champagne onthullen. In het Massief van Saint-Thierry werden voornamelijk rode wijnen geproduceerd. In de 6e eeuw stichtte een leerling van Saint-Remi, Thierry, een klooster in het gehucht ‘Mont d’Hor’. Het klooster floreerde 13 eeuwen lang en had een positieve invloed op de omliggende dorpen. De ontwikkeling van de wijngaarden was een feit. Als je doorheen het kleine stadje Saint-Thierry rijdt, stop dan zeker eens aan de oude abdij. We vervolgen onze tocht langsheen de wijngaarden en dorpjes. Hermonville is een gezellig plaatsje vol kleurige bloemen. Je kan er ook het Brits Militair Kerkhof bezoeken. Cormicy, op de rand van de Aisne, werd volledig verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog. Enkel de symbolische gebouwen werden heropgebouwd. Het stadje is volledig omgeven door champagne-wijngaarden. Via de kronkelende wegen zakken we af tot in Sarcy en het Parc naturel régional de la Montagne de Reims.
Épernay
Vanuit Sarcy rijden we richting Épernay, met een tussenstop in Châtillon-sur-Marne. Dit versterkt stadje biedt een prachtig uitzicht op het Marnedal. De Romaanse kerk uit de 10e eeuw werd volledig verwoest en heropgebouwd in de 15e eeuw. Maar de kerk overleefde ook de Franse Revolutie niet. Wat je zeker zal opvallen in Châtillon-sur-Marne is het enorme standbeeld van Paus Urbanus II. de paus werd hier geboren en schopte het tot machtige paus die de eerste kruistocht naar Jeruzalem organiseerde. Hautvillers is een pittoresk dorp gelegen tussen de glooiende heuvels vol druivenranken en champagnehuizen. In de Abbaye Saint-Pierre d’Hautvillers ligt de monnik Dom Pérignon begraven, zonder twijfel een pionier in de champagneproductie. Tot slot bereiken we Épernay, de hoofdstad van de champagnestreek en wereldbekend om haar grote champagnehuizen. Op de beroemde Av. de Champagne loop je letterlijk van het ene champagnehuis naar het andere. Al wandelend kun je ook de andere bezienswaardigheden van de stad bezoeken zoals het stadhuis, de Orangerie of het Château-Perrier om er enkele te noemen.
Côte des Blancs
Vanuit Epernay volgen we de route Côte des Blancs langsheen verschillende dorpen en wijngaarden. Bewonder de prachtige herenhuizen uit de 18e eeuw in Pierry. Een van de huizen stelde de letterkundige Jean Cazotte open voor de grote schrijvers, filosofen en artiesten van zijn tijd. In Cuis en Le Mesnil-sur-Oger kun je prachtige kerken vinden. In dit laatste dorp woonde Léon Bourgeois, Nobelprijswinnaar voor de Vrede (1920). Oger is een van de ‘mooiste dorpen van Frankrijk’. Je vindt er het bijzondere Musée des Traditions de l’Amour et du Champagne. Vertus is het geboortestadje van Eustache Deschamps, de meest geliefde Franse dichter uit de 14e eeuw. Vlakbij Bergères-les-Vertus ligt de Mont Aimé van waarop je een indrukwekkend uitzicht hebt over de omgeving. De heuvel was de vestigingsplaats van prehistorische onderkomens en ook de Galliërs en de Romeinen zetten er kamp op. De heuvel diende in 1239 om de katharen van de Champagnestreek te verbranden. Tot slot brengt de route ons naar het drukkere stadje Sézanne. Vlakbij ligt het bos van Traconne, waar je mooi kunt wandelen, en ontdek je het rustige platteland dat zo dierbaar was voor de schrijver Marcel Proust.
Troyes
Troyes, de stad van de duizend kleuren en de historische hoofdstad van Zuid-Champagne. Het historische centrum heeft trouwens de vorm van een champagnekurk! In de Vroege Middeleeuwen had Troyes te kampen met invallen van Attila de Hun en slaagden de Vikingen er zelfs in de stad helemaal plat te branden. De stad bood woonst aan de middeleeuwse schrijver Chrétien de Troyes, pionier van de hoofse roman en grondlegger van de Arthurliteratuur. Dankzij de strategische ligging aan de Seine ontwikkelden zich tapijtateliers, molens, looierijen, weverijen en papierfabrieken in de stad. Later was vooral de textielindustrie belangrijk. Troyes wordt de stad van de duizend kleuren genoemd vanwege de schitterende vakwerkhuizen met hun kleurrijke gevels. De geheimzinnige steegjes nodigen uit voor een stadswandeling langs de Cathédrale St-Pierre-et-St-Paul, een imposant bouwwerk uit de 13e eeuw. Let er vooral op de indrukwekkende glas-in-lood-ramen uit zowel de middeleeuwen als de renaissance. In het oude bisschoppelijk paleis is nu het Musée d’Art Moderne gevestigd. Kortom, een dag in Troyes zal je niet vervelen.
Côte des Bar
Aube en Champagne vormen samen de zuidelijke champagnestreek en wordt de Côte des Bar genoemd. De champagne producenten van de Marne hebben lange tijd neergekeken op de regio, maar vandaag de dag zorgt de Côte des Bar voor bijna een kwart van de champagneproductie. Dit champagnegebied mag dus niet ontbreken op onze campertocht. De streek is minder begroeid met wijngaarden. Ze worden meer afgewisseld met kleine dorpjes, bossen en velden. Omdat de streek minder toeristisch is dan de Marne, is de champagne er over het algemeen goedkoper en kun je bijna letterlijk met de champagneboer aan tafel zitten. Het is een persoonlijkere ervaring dan in de Marne. De leukste dorpen in deze regio zijn wellicht Bar-sur-Seine met mooie oude straatjes, Essoyes waar de schilder Renoir verbleef, les Riceys met de oude herenhuizen, Mussy-sur-Seine en Noë-les-Mallets. Uitrusten in de natuur doe je aan de meren van het Forêt d’Orient. De 5000 hectare wateroppervlak bestaat uit drie grote meren die het hart vormen van het Regionaal Natuurpark. In het grootste meer, Lac d’Orient, zijn er zones ingericht om te zwemmen of te zeilen. Het is het voornaamste vogelreservaat van het park.
Langres - Châlons-en-Champagne
De volgende etappe is Langres, de geboortestad van Diderot en Jeanne Mance. Langres is nog steeds omringd door vestingwallen en telt een aantal mooie huizen uit de renaissance. Bezoek er zeker ook de kathedraal Saint-Mammès met het aanliggende klooster. Onze volgende stopplaats is Lac du Der, een van de grootste stuwmeren van Europa. In de herfst strijken hier heel wat grote trekvogels neer. Ze overwinteren aan de oevers of trekken nog verder naar het zuiden. Wie zin heeft kan het uitkijkplatform Giffaumont-Champaubert beklimmen. Vanaf 30 meter hoog heb je een ongeëvenaard uitzicht over het meer en de omringende weidegronden. We beëindigen onze route in Châlons-en-Champagne, de hoofdplaats van het departement Marne. De stad heeft een rijk aanbod aan religieus erfgoed. Maak zeker eens een wandeling in het oude centrum waar je de Cathédrale St-Etienne en de Eglise Notre-Dame-en-Vaux kunt bewonderen. Beide gebouwen staan op de werelderfgoedlijst van Unesco. In Parc du Jard, het vroegere weiland van de bisschop kun je even uitrusten. Ook de verschillende herenhuizen uit de 17e en 18e eeuw sieren de stad. Niet ver daarvandaan ligt ook de basiliek van Epine.